NVZ-congres 

Krachten bundelen voor toekomstbestendige zorg 

Verslag NVZ-ledencongres ‘Krachten bundelen voor toekomstbestendige zorg’
Tijdens het congres ging het om de vraag hoe partijen binnen regio’s de zorg toekomstbestendig kunnen houden. In de zaal zaten ruim honderd bestuurders van ziekenhuizen, categorale instellingen en revalidatiecentra, en hun stakeholders.

NVZ: doorpakken is nodig
NVZ-voorzitter Ad Melkert verwelkomde sprekers en gasten. In zijn openingswoord ging hij in op het belang om een volgende stap te zetten in de samenwerking in de regio. Melkert: “Verder doorpakken is nodig, want de tijd dringt om de zorg die echt nodig is voor iedereen toegankelijk te houden of nog beter toegankelijk te maken, vooral door er veel eerder bij te zijn, in leefomgeving, leefstijl en sociale aandacht; en door het onmisbare werk van de zorgprofessionals aan te vullen met digitale en AI-oplossingen.”

Volgens Melkert zijn 3 zaken noodzakelijk om de volgende stap te kunnen zetten. Ten eerste: congruentie boven concurrentie. De NVZ wil een vaste koppeling maken tussen de maatschappelijk afgesproken ambities en de afspraken die zorgaanbieders en verzekeraars onderling maken. Ten tweede: passende bekostiging en noodzakelijke investering. Er moet ruimte worden gemaakt voor het doorzetten van passende zorg en het adequaat belonen daarvan. Dit betekent dat er in de bekostiging rekening wordt gehouden met de verschillen tussen acuut, chronisch en electief. Ten derde preventie en breed gezondheidsbeleid. Belangrijk is te voorkomen mensen ziek worden en zich moeten melden bij de dokter. Bijvoorbeeld doordat zij tijdig een beroep kunnen doen op GGD-advies en steun via het sociaal domein. Zodat mensen voluit maatschappelijk kunnen blijven deelnemen.

Minister Agema pleit voor zorg dichtbij
‘Zorg dichtbij’ stond centraal tijdens de toespraak van Fleur Agema, minister van VWS. 

Agema memoreerde haar bezoek aan het ziekenhuis BovenIJ. Een relatief klein ziekenhuis in Amsterdam-Noord. “Maar voor inwoners is het hún ziekenhuis. En verpleegkundigen zien zich nergens anders werken dan in het BovenIJ. Ze zijn trots op hun ziekenhuis. Medewerkers van Sint Franciscus en Vlietland, van het Groene Hart Ziekenhuis en de Gelderse Vallei zullen allemaal hetzelfde zeggen: het is belangrijk dat we de zorg dicht bij de patiënt kunnen leveren.”

Dat kan niet altijd, gaf Agema toe. Als het gaat om heel specialistische zorg of zeldzame aandoeningen zullen patiënten vaak naar een groter centrum gaan, maar het is de bedoeling dat ze daarna, als dat kan, weer teruggaan naar hun eigen ziekenhuis.

Om zorg dichtbij te kunnen leveren is het wel nodig dat er een oplossing komt voor het arbeidsmarktprobleem. Ze gaf in haar speech ook aan dat het belangrijk is om zorgorganisaties meer financiële zekerheid te bieden. Zo wil zij op korte termijn acute verloskunde en spoedeisende hulp bekostigen op basis van beschikbaarheid, en op wat langere termijn ook de IC. Overigens: Agema gaf haar speech op een moment dat de aanvullende bezuinigingen op de zorg om de reparatie van onderwijsbezuinigingen te bekostigen, nog niet bekend waren.

Zoetermeerse aanpak
Bestuursvoorzitter Peter van der Meer van het HagaZiekenhuis liet de zaal in zijn bijdrage kennis maken met de Zoetermeerse aanpak. Hij schetste een toekomstbeeld waarin Saskia, die zich niet goed voelt, binnen een uur de juiste zorg ontvangt via het Centrum acute zorg. “Eén ingang, 1 team en 1 zorgproces. Zonder grenzen en met de patiënt centraal”, aldus Van der Meer. Dit model wordt nu in Zoetermeer gebouwd. De patiënt hoeft zich er niet eens om te bekommeren of zij nu door de huisartsenpost of de spoedeisende hulp wordt behandeld.

Het Centrum voor acute zorg werkt zonder schotten en met de patiënt centraal. Dit vraagt veel van betrokkenen, maar is noodzakelijk voor de toekomst. Van der Meer benadrukt het belang van vertrouwen, techniek, en de stem van de inwoner in de besluitvorming. Hij gelooft dat dit model op veel plekken kan werken.

Het HagaZiekenhuis heeft daarnaast het programma Samen Zoetermeer Gezond omarmd, dat streeft naar toegankelijke en betaalbare zorg dicht bij huis. Bregje Thomassen, bestuurder van Samen Zoetermeer gezond, voegt toe: “We hebben een beweging op gang gebracht die de zorgkloof kan dichten.” Thomassen benadrukt het belang van ruimte, vertrouwen en begrip voor elkaars transitiepijn.

Burgerbestuurder Lidewij Wilms vult aan: “Burgers weten meer dan je denkt en weten wat ze willen.” In Zoetermeer is een ‘Kamer van inwoners’ ontstaan vanuit een groepje ontevreden burgers. Dit heeft geleid tot betrokkenheid bij acute zorg en vitaal ouder worden. Wilms gaat als eerste burgerbestuurder van Nederland in gesprek met mensen en luistert goed. De programmamanagers van Samen Zoetermeer gezond helpen bij de realisatie van burgerideeën. “Het burgerbrein weet wat het wil en samen met de programmamanagers moet het goed komen”, besluit Wilms.

Domeinen verbinden
Nathalie Kramers, voorzitter van de commissie zorg, jeugd en onderwijs bij de VNG en wethouder in Leeuwarden, benadrukte in haar presentatie het verband tussen bestaansstress en welvaartziektes. In armere wijken leven mensen 12 jaar korter en hebben eerder gezondheidsproblemen. De toegang tot ondersteuning is ongelijk verdeeld en heeft gevolgen voor de houdbaarheid van de zorg. 

“Gemeenten en zorgaanbieders moeten samenwerken in deze maatschappelijke opgave door domeinen te verbinden”, zo betoogt Kramers. “Als gemeente hebben wij u nodig om inwoners de beste medische zorg te bieden en u heeft ons nodig om hen te ondersteunen in positieve gezondheid en veerkracht.”

Kramers: “Het stoppen met IZA doet ons als VNG ook pijn, het bedreigt de opgebouwde preventie en ondersteuning. Maar zonder blijvende investeringen en met bezuinigingen is deze beweging langjarig niet vol te houden.” De transformatie moet gericht zijn op ‘meer gezondheid’ en niet alleen ‘minder zorg’. Met gelijkwaardigheid bij het bepalen van doelen en het verdelen van kosten en baten. De kracht zit in deze strategische samenwerking waarbij preventie en zelfzorg, van de 0e tot 3e lijn samenkomen in een zorgzame publieke sector waar je als samenleving op kunt vertrouwen.

Gemeenten en zorgaanbieders delen het verlangen naar ontschotting, transparantie en financiële bestendigheid, ondanks marktwerking en arbeidsmarktkrapte. Kramers besluit: “Mijn oproep is om samen richting te geven aan deze vraagstukken en over onze schaduw heen te springen, zowel lokaal, regionaal als landelijk. Zo versterken we onze boodschap richting de wetgever en geven we de beweging naar gezondheid een ongekende zwiep.”

Andere vorm van toezichthouden
“Hoe hoger er overheen scheren, hoe meer we het met elkaar eens zijn.” Zo begon Peter den Oudsten, voorzitter van de raad van toezicht van het Medisch Spectrum Twente, zijn bijdrage. Maar the devil’s in the details. En om zich over die details te kunnen buigen, moeten toezichthouders goed geïnformeerd worden door de raden van bestuur, betoogde Den Oudsten.

Daarnaast is het noodzakelijk dat ze de regio kennen, waarin de organisatie functioneert. “Je moet weten welke netwerken in de regio belangrijk zijn, hoe de verhoudingen liggen, wat de relatie tussen eerste en tweede lijn is. Toezichthouders zitten er namens de maatschappij. Om te kijken of de organisatie waarop je toezicht houdt, zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt. Dan is je functie als countervailing power beter ingevuld en heb je betere inbreng in scenariodiscussies.”

Den Oudsten verwacht dat de zorgtransformatie ook om een andere vorm van toezichthouden gaat vragen. “Wij houden nu toezicht op een organisatie met een kop en staart. Maar als in de nieuwe netwerkzorg, bijvoorbeeld delen van de operatie in een andere organisaties worden ondergebracht, leidt dat tot versnippering van toezicht. Dat moet je voor zijn, achteraf ben je te laat. En daar heeft nog niemand over nagedacht. Hoe definieer je het belang waarvoor je toezicht houdt: als organisatiebelang of regiobelang? Ons belang ligt op een ander niveau dan het eigen belang van de organisatie.”

Den Oudsten noemde het ‘superinspirerend’ om bezig te zijn met regionale zorgtransformatie. “Maar we moeten de stappen zo zorgvuldig mogelijk nemen. We moeten het proces eerder opdelen in kleinere stappen, dan dat je in één keer van de vloer naar de zolder gaat.”

Critical friends
Gedurende het hele congres was er een zogenaamde critical friend in de zaal: Menno Wagenaar. Hij vervulde deze rol ook bij de nieuwbouw van Tergooi Medisch Centrum. Een critical friend is een ‘doorgewinterde ervaringsdeskundige met een stevige beleidsmatige of bestuurlijke achtergrond’ volgens Involv, de organisatie voor patiëntenparticipatie die deze critical friends opleidt. Aan het einde van het congres gaf Wagenaar zijn reflectie op alles wat hij had gehoord. “Het viel mij op dat het niet of heel weinig over de eerste lijn ging”, vertelde hij. “Als een ziekenhuis zorg wil vernieuwen, dan heb je vooral de huisarts nodig. Dan kun je ‘schuiven’ met waar je welke zorg verleent.  Wat ik echt mee wil geven: betrek tijdig patiënten als critical friend bij de ideeënvorming. Niet één patiënt, maar meerdere. En wees duidelijk over de kaders, de grenzen die er zijn. Dan hebben patiënten daar best begrip voor.”

Participatietoolkit
Wagenaar liet zich vergezellen door Leonie Kok, senior adviseur Kwaliteit en Verbetering van Tergooi Medisch Centrum. Zij heeft nauw met hem samengewerkt in het nieuwbouwproces. Ze onderschreef de bevindingen van Wagenaar en wees nog op de participatietoolkit, die door het Tergooi is ontwikkeld. Ook zij pleitte voor vroege betrokkenheid van patiënten en bij te sturen stuur op basis van je bevindingen.